Vraag naar reinigingsmachines zit weer flink in de lift

Vraag naar reinigingsmachines zit weer flink in de lift

Na de coronajaren kent de markt voor reinigingsmachines een opgaande lijn. In 2021 werd 15,7 procent meer verkocht dan in 2020 en de verwachting van Jean-Paul Christy, president central Europa bij Kärcher en voorzitter van de Nifim-sectie van NVZ, is dat die lijn zich heeft doorgezet. "Na een pas op de plaats, hebben we een inhaalslag gemaakt."

De logische redenering daarbij? Als grote locaties waar machines bij uitstek worden gebruikt niet open zijn, dan heeft het ook weinig zin om een nieuwe machine aan te schaffen. Sterker nog, schoonmaakbedrijven en andere afnemers vroegen in die coronajaren begrijpelijkerwijs volgens Christy of machines niet terug te nemen waren, of ergens anders in te zetten. “2020 was er een sterke daling in de vraag naar nieuwe machines”, constateert Christy. Hij is voorzitter van de sectie Nifim van branchevereniging NVZ. Daarin komen fabrikanten van reinigingsmachines bijeen, variërend van schrob- en veegmachines tot, stof- en waterzuigers en tapijtreinigingsmachines.

Maatschappij langzaam weer open

“2021 kon er weer wat en ging de maatschappij langzaam open”, vervolgt Christy. “Daarmee kwamen partijen erachter dat er toch wel weer schoongemaakt moest worden en constateerden we weer een groeiende vraag. 2022 is wat betreft de vraag naar reinigingsmachines eigenlijk weer een normaal jaar.”  

Kleine en grote machines 

De voorzitter van de Nifim-sectie signaleert een verhoogde vraag naar met name kleine en hele grote reinigingsmachines. “Er kunnen steeds meer manuele vloerreinigingstaken gedaan worden met kleine machines van diverse merken. Dat maakt de stap om hierop over te gaan kleiner, omdat die machines kleiner zijn en minder kosten. Dat maakt ze populair. Je kunt ze tegenwoordig ook op de materiaalwagen meenemen. Zo handig zijn ze. Aan de andere kant van het spectrum komen er, om de distributie van al die online winkels te doen, steeds meer distributiecentra in Nederland. Die vergroten juist weer de vraag naar zeer grote reinigingsmachines.” Daar kunnen robots ook makkelijker hun werk doen, constateert Christy. “Je zou kunnen zeggen dat in het begin robots nog vooral een marketingtool waren, maar tegenwoordig zijn ze de fase van startup voorbij. Ik denk dat we van een redelijk volwassen markt kunnen spreken in Nederland. Alhoewel het aantal verkochte robots de tien procent van het geheel aan machines nog niet overstijgt.”  

Hulp in strijd tegen krapte  

Schoonmaakbedrijven zien robots als een hulp in de strijd tegen de krapte op de arbeidsmarkt. Christy: “Ik snap dat en wellicht is het een deel van de oplossing, maar nooit de hele oplossing. Echt helemaal autonoom werken redden we met reinigingsrobots nog niet. Je moet toch altijd nog de robot helpen als er iets niet goed gaat. Ik denk dat je robots vooral moet zien als co-bots. Een hulp naast de schoonmaker waardoor deze meer tijd over heeft om kwaliteit te leveren.” Dat neemt niet weg dat de kosten van de inzet van een robot tegenwoordig al in de calculaties van een groot schoonmaakbedrijf worden meegenomen. Christy: “Ik zie dat ook ja. Dat bewijst voor mij dat robots meer en meer een serieuze zaak aan het worden zijn. De uitdaging voor de verdere ontwikkeling van robots wordt dat deze zichzelf kunnen redden.”  

De uitdaging voor de verdere ontwikkeling van robots wordt dat deze zichzelf kunnen redden

Gebouw van de toekomst  

“Daarmee komen we op een ander punt”, vervolgt Christy. “De integratie van de schoonmaakrobot in het gebouw van de toekomst. Je wilt eigenlijk dat die robot gaat praten  en dus gegevens doorstuurt - via een open platform - met bijvoorbeeld het schoonmaakrooster van de schoonmakers, met planningen, enzovoorts. Zo ver zijn we nog niet. Tot nu toe hebben we voor al die onderdelen deelsystemen. Let wel, het is niet zo dat de technologische oplossingen er niet zijn. Je hebt inmiddels dergelijke open platformen en er is zelfs een Facility Data Standard. Deze technologie met elkaar te laten communiceren en de informatie uit die systemen bruikbaar te maken is echter nog een uitdaging. Ook omdat een schoonmaakbedrijf dan bijvoorbeeld een machine aan het wifi-netwerk van een opdrachtgever moet hangen. Niet iedere opdrachtgever wil dat."

Acceptatie heeft tijd nodig

"Acceptatie heeft dus tijd nodig. Daarnaast zie ik wel dat fleetmanagementsystemen bij reinigingsmachines de normaalste zaak van de wereld zijn geworden. Dat gaat vaak via mobiele netwerken met een datakaartje in de machine. Rechtstreeks van de machine naar de leverancier toe. Die data zorgen ervoor dat we bij stilstand van een machine niet altijd meer een monteur hoeven langs te sturen, maar het euvel op afstand kunnen verhelpen. We kijken op afstand mee. Dat scheelt kosten voor ons en voor de klant.” 

Schoonmaakbedrijven kiezen voor flexibiliteit

Of het nu kleine of grote machines zijn of robots, feit is dat de markt voor reinigingsmachines is gegroeid. Daarbij gaan schoonmaakbedrijven ook voor flexibiliteit. “Zoals het huren of leasen van machines, voor de tijd dat het schoonmaakcontract duurt. Vaak is dat drie jaar. Die kosten kun je dan rechtstreeks in de offerte voor het contract meenemen.” Handiger kan het niet, stelt Christy tot slot. “Die flexibiliteit maakt het ook aantrekkelijker om de juiste reinigingsmachine in te zetten.”